Na alle cijfers nog eens grondig doorgespit te hebben komt het college van burgemeester en wethouders tot de conclusie dat de gemeente Borne financieel gezond is en dat ook blijft als alle ambities worden uitgevoerd. “We vinden het verantwoord om de investeringen te doen, die horen bij een groeigemeente die zich op de toekomst voorbereidt, met passende voorzieningen”, zegt burgemeester Jan Pierik.
Een opmerkelijk geluid na jaren van bezuinigingen, waarschuwingen dat het de verkeerde kant op ging en exorbitante ozb-verhogingen. Hoe kan het dat de situatie er nu ineens een stuk rooskleuriger uitziet?
Gemeentefonds
Een belangrijk structureel voordeel is te vinden in de uitkering van het gemeentefonds. Al jaren wordt er gesproken over een herverdeling van de middelen vanuit het Rijk naar de gemeenten. Het zag er lange tijd naar uit dat een kleine gemeente in ‘de provincie’, zoals Borne er flink op achteruit zou gaan. Rekening werd gehouden met 7 ton minder per jaar. Er kwam echter behoorlijk wat tegenstand tegen het nieuwe model en als gevolg daarvan lijkt het toch allemaal weer mee te vallen. Nu wordt ingeschat dat het nog slechts een nadeel van een ton zal zijn. Dat biedt wat lucht in de meerjarenbegroting op de structurele lasten.
Dubbele reserves
Incidenteel zijn er de komende jaren wel extra middelen nodig, om de investeringen te bekostigen die nog niet in de begroting stonden en tegenvallers op te vangen, zoals sloop Maria Mediatrix, afboeken boekwaarden scholen en gemeentehuis, investeringen Omgevingswet en het later realiseren van taakstellingen sport en Kulturhus. Daarnaast is er geld nodig voor het aanvullen van de pensioenen, investeringen in de openbare ruimte wegens achterstallig onderhoud en personeelsuitgaven.
Die investeringsruimte is gevonden in de reserves, waarvan zo’n 5 miljoen zou kunnen vrijvallen. “Het heeft ermee te maken dat er in het verleden risicovoorziening op risicovoorziening is gestapeld. Eén maal is voldoende”, verklaart wethouder financiën Arno Spekschoor. “We hebben nu een bijna volledig nieuw management, dat alles nog eens goed tegen het licht heeft gehouden”, vult Pierik aan. “De risicovoorzieningen zijn nu realistischer en we kunnen de incidentele tekorten opvangen uit de algemene reserve, zonder dat het weerstandsvermogen onder de norm komt.” Wel ‘net op het nippertje’, vindt Spekschoor. “Natuurlijk hadden we graag een grotere reservepositie gehad, maar we accepteren dat we dit nu even niet kunnen opplussen en de ruimte benutten om te investeren”, vindt Pierik.
Belangrijk is ook dat met de nieuwe cijfers de begroting in 2024 sluitend is. Een vereiste van de toezichthouder de Provincie.
'Niet rijk rekenen'
Het College is verheugd dat er een beeld ligt, waarbij het uitgestippelde beleid nog steeds verantwoord is. “We rekenen ons echt niet rijk. We anticiperen bijvoorbeeld niet op groei of op extra middelen voor het sociaal domein, die we toch wel verwachten. We willen als een goede huisvader over de financiën waken.”
“Het beter in control komen van de ambtelijke organisatie begint z’n vruchten af te werpen. Er wordt met een frisse blik gekeken en er zijn nieuwe gezichtspunten. We krijgen beter grip op inkomsten en uitgaven. Daardoor hebben we meer vaste grond onder de voeten en kunnen we verantwoorde keuzes maken.”
Het optimisme resulteert er zelfs in dat er voorzichtig nagedacht wordt over een verlaging van de ozb. (AJ)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.