Geraniummarkt: al 40 jaar een hoop lol

Over enkele dagen staan ze er weer, vaste prik op de zaterdag voor Moederdag. Bijna alle leden van het Stedelijk Orkest Borne zijn dan een volle dag in de weer om hun verenigingskas te spekken. Niet door het spelen van een fraai stukje muziek, maar door het verkopen van “het meest fraaie plantgoed dat we kunnen krijgen” aldus rasverkoper Henk van den Berg, tevens een ‘uiterst betrokken verenigingslid’, zoals hij zichzelf noemt. Samen met Dinand Kemper, voorzitter van de club, vormt hij sinds jaar en dag de kartrekker van de markt.

Aloude Evenementenhal

Een voorbeschouwing met beide heren betekent vooral een spraakwaterval waarin plezier en hart voor de vereniging de boventoon voeren. Zo kijken ze gierend van het lachen terug op de jaren waarin ze met rekken vol plantgoed de aloude Evenementenhal in trokken om hun waar aan de man te brengen. En spreken ze met ontzag over Jan Franke, nu nog steeds steunend verenigingslid. “Hij sleepte destijds werkelijk alles aan om maar geld in het laatje te krijgen. Alles wat er maar te zaaien en te planten was, verkocht ‘ie”, aldus Kemper.

Veertig jaar verder is er wel een heleboel veranderd, mede op advies van de leveranciers zelf. “Het assortiment hebben we tegenwoordig behoorlijk aangepast en opgeschoond. Nu zijn het vooral de wat luxere tuin- en perkplanten, mooie grote hangers vooral ook. Ja, daar staan we de laatste jaren echt om bekend”, straalt Van den Berg. “En voor acht-en-een-halve euro hè, waar vind je dat?!”

Pendeldienst

De organisatie van de geraniummarkt begint jaarlijks al in januari, wanneer beide voormannen naar de kweker gaan. “We kletsen dan een halfuur met elkaar, wat wordt de trend, over welke aantallen en welke prijzen praten we en meer van dat soort dingen. Vergeet niet,” zegt Van den Berg, “dat we het over ruim 1.500 planten hebben die we inkopen en die we ook daadwerkelijk moeten verkopen. Er kan niets terug. Omgekeerd kunnen we wel à la minute bijbestellen. Als we in de loop van de dag merken ergens leeg verkocht te raken, dan komt onze ‘pendeldienst’ in de benen om snel voor nieuwe aanvoer te zorgen.”

Het wordt weer een strakke operatie zaterdag. Om zes uur ’s morgens melden de eerste leden zich om de kramen op te bouwen. Een half uur later komt de kweker met het plantgoed. Vanaf dan bepaalt een strak tijdschema met ploegen het verloop van de dag. Ruim 40 man zijn dan belast met de verkoop, met de kassa, met de koffie- en broodjesvoorziening, of met de opmaak. Dit laatste is de hoofdtaak van Kemper, die de hele dag niets anders doet dan meegebrachte bakken vullen met het gekochte perkgoed. “Ja, onze service gaat ver”, aldus de voorzitter, “indien gewenst leveren we het plantgoed zelfs bij de mensen thuis af.”

‘Een simpele trompet kost al snel 1500 euro’

De inkomsten van deze verenigingsdag - want zo zien beide heren het vooral - vormen de o zo belangrijke druppel op een gloeiende plaat. “In de regel houden we er zo’n duizend à elfhonderd euro aan over. Als je kijkt naar de papiercontainers hier bij ons verenigingsgebouw aan de Burenweg (jaarlijks goed voor een opbrengst van 25.000 euro) is het toch weer een beetje extra. En die inkomsten hebben we hard nodig”, besluit Van den Berg. “Kijk naar ons instrumentenpark, een simpele trompet kost al snel 1.500 euro, de uniformen, ons gebouw… het kost allemaal veel geld, en dat moeten we jaarlijks toch maar bij elkaar blazen.”

De mannen en alle andere leden van het orkest doen het met liefde. Zaterdag staan ze er weer. Vanaf 09.00 uur hebben ze een mooie plek op de warenmarkt aan het Rheineplein. “Een heerlijke dag. We hebben een hoop lol en na afloop, zo rond de klok van drie, drinken we een fijn biertje. En weten we dat we de volgende dag weer een heleboel moeders blij maken met een geranium- en perkplant die van onze kraam afkomstig is.” (BM)