De imkers van Borne

Wie naar het wapen van Borne kijkt, ziet een gouden bijenkorf met daaromheen drie bijen. Dat beeld staat er niet voor niets: de bijenteelt speelde vroeger een belangrijke rol in de omgeving. Bijen leverden honing en was, producten die zowel in het huishouden als in de handel van grote waarde waren. Het wapen, officieel vastgesteld in 1898, herinnert aan die traditie. Vandaag de dag wordt die erfenis voortgezet door imkers als Wim en Sylvia, die in Borne met passie hun bijenvolken verzorgen.

Toen Wim in 2012 net in Borne woonde, kwam hij op een open dag in de moestuin van Twickel een inschrijfformulier tegen voor een imkercursus. “Niet geschoten is altijd mis,” dacht hij. Inmiddels is hij dertien jaar verder en ‘opperimker’ met twaalf volken. “Dat is veel,” merkt mede-imker Sylvia met een glimlach op.

Werken met wilde dieren

Imkeren is volgens Wim en Sylvia zo boeiend omdat je met echte wilde dieren werkt. “Welk vak doet dat nog?” vraagt Wim zich af. Bijen reageren sterk op het weer en klimaat, waardoor elk jaar anders is. Dit jaar explodeerden de volken door het mooie voorjaar en hadden alle imkers een topjaar. “Ik heb nog nooit zoveel honing gehad,” zegt Wim.

Zwermen: indrukwekkend én spannend

Een bijenvolk is als een organisme. Als het te groot wordt, besluit het nieuwe koninginnen te maken. Dan kan er een zwerm van wel 25.000 bijen op zoek gaan naar een nieuwe woning. “Prachtig om te zien, maar je wilt het niet in je tuin,” zegt Sylvia. Wim benadrukt dat zwermen meestal ongevaarlijk zijn. “Ze steken niet, ze zijn alleen maar onderweg.”

Bornse imkers vangen zulke zwermen graag weer in om ze een kas of korf te geven. Wie een zwerm ziet, kan altijd contact opnemen met de lokale vereniging.

Bijen in Borne hebben het goed

In tegenstelling tot wat je misschien zou denken, hebben bijen het nergens zo goed als in de bebouwde kom. “In tuinen en parken staan vaak veel betere bomen en planten dan in buitengebieden met eiken en beuken, waar ze weinig aan hebben,” legt Wim uit. Lavendel, klimop en vooral de lindeboom zijn favoriet. Een groot volk gaat de zomer in met zo’n 60.000 bijen en overwintert met ongeveer 10.000.

Rustgevende hobby

Imkeren vraagt tijd, maar geeft ook rust. Sylvia heeft drie kasten en noemt het haar ontspanning naast een drukke baan. “Ik laat mijn telefoon thuis en ben even helemaal in de natuur.” Wim vult aan: “Ik word rustig van de bijen en de bijen worden rustig van mij.”

De koningin en de honing

Een bijenvolk draait om de koningin. Die kan vijf jaar oud worden en wordt door imkers gemerkt met een gekleurde stip. Dat maakt haar makkelijker terug te vinden.

En dan de honing: een puur natuurproduct dat de bijen zelf verzegelen zodra het goed is. Voor een pot van 500 gram moet één bij wel 100.000 keer heen en weer vliegen. “Kinderen vinden dat altijd prachtig om te horen,” vertelt Sylvia.

Wim benadrukt dat echte honing zijn prijs waard is. “In de supermarkt vind je soms sjoemel-honing. Voor twee euro kan het simpelweg niet. In echte honing zitten enzymen met voedings- en beschermingswaarde.”

Samen sterk

Borne kende ooit nog maar één imker. Inmiddels zijn er vijftien. Landelijk zijn het er zo’n 8.000. “Het is een hechte club,” zegt Sylvia. “Je helpt elkaar, drinkt koffie en wisselt tips uit. Zo leer je elk jaar weer bij.” En voor wie denkt: kan dat ook in mijn tuin? Wim antwoordt: “Zeker, zolang er geen mensen door de vliegroute lopen. Bijen vliegen over je heen en doen geen kwaad. Het enige wat je nodig hebt, is liefde voor de natuur.” Informatie over het deze bijzondere hobby is te vinden via: de website van de bijenteeltvereniging Hengelo. (KDS)