Groen brengt rust, zuurstof en gezelligheid

Jacomijn Prinsen, een jonge vrouw met groene vingers, is sinds kort de trotse eigenaresse van een plantenasiel. Een uit de hand gelopen hobby bracht haar tot het initiatief om planten van anderen op te vangen en te verzorgen.

Een initiatief zonder een commerciële achtergrond. Puur vanuit een bevlogenheid en liefde voor alles wat in huis groeit en bloeit. Prinsen vertelt dat ze ooit een stekje ontving. “Ik was verrast dat het me lukte om een plantje op te kweken. De fascinatie voor alles wat groen is bracht me verder. Via YouTube voed ik mij met ideeën en adviezen. Mama Botanica, een planten-blogger, inspireerde mij. Toen ik las dat zij met een plantenasiel startte, dacht ik: dat kan ik ook.” En zo werd de plantenopvang aan Rogge 20 geboren.

‘Asielzoekers’

Prinsen heeft zelf zo’n zeventig planten in huis staan. Inmiddels heeft ze een kamer leeggeruimd voor de opvang van de ‘asielzoekers’. Buiten is gestart met de bouw van een kas. Iedere plant qua grootte is nu welkom. Zolang er maar plaats is. “Het gaat me erg aan het hart als ik zie dat mensen verpieterde planten weggooien. In het kader van duurzaamheid wil ik mijn steentje bijdragen. Deze planten opvangen en opknappen. Zonder kosten.” Het is niet de bedoeling dat planten tijdens een vakantieperiode logeren. Tijdens haar eigen korte vakantie is er een back-up die het groen verzorgt.

Groen in huis is belangrijk

Prinsen vindt groen in de omgeving belangrijk. Letterlijk en figuurlijk. Planten in huis geeft mensen rust. Het zorgt voor extra zuurstof in de woning. Ook ervaart zij gezelligheid met het groen in haar omgeving. “Een plant kopen is niet voor iedereen weggelegd”, constateert ze. Met haar initiatief wil ze ook mensen in de gelegenheid stellen om de gezonde planten af te halen. De nieuwe eigenaar kan dit kosteloos doen of een vrijwillige bijdrage leveren. Het asiel maakt immers wel kosten voor nieuwe potgrond et cetera. (YD)

Belangstellenden kunnen via de Facebookpagina Plantenasiel Borne contact opnemen met Jacomijn Prinsen.