Erepenning voor IJsclub Zenderen

Op 20 december is het eigenlijk pas zover. De IJsclub Zenderen bestaat dan precies 100 jaar. Maar omdat alles en iedereen dan druk is met de voorbereiding voor kerst, besloot het 19-hoofdige (!) bestuur het jubileum maar op zaterdag 7 december te vieren. Aldus geschiedde. Vanmiddag om 15.00 uur was de officiële receptie voor genodigden, waarbij behalve burgemeester Gerard van den Hengel en wethouder Michel Kotteman, ook vertegenwoordigers van het Gewest Oost van de KNSB, afvaardigingen van diverse ijsverenigingen in de regio én de BLOS acte de présence gaven. Hoogtepunten tijdens de feestelijke middag waren de uitreiking van het eerste exemplaar van het jubileumboek én de overhandiging van de Koninklijke Erepenning.

Het toetje

In zijn openingswoord blikte voorzitter André Wanink van de IJsclub nog even terug op de afgelopen 100 jaar. Een verhaal dat begon op 20 december 1919 in het toenmalige café B. Klaasen in Zenderen (nu Al Capone), waar de oprichtingsvergadering werd gehouden. “In 1922 kregen we de beschikking over het huidige terrein”, aldus Wanink en hij memoreerde aan talloze verbeteringen die er vanaf toen plaatsvonden. Van verlichting tot aanleg van de openbare weg, van een ijstent, tot kassahok. “En het toetje”, zei Wanink, ”is toch wel de splinternieuwe berging, die we in 2017 in gebruik namen.”

Wanink kon niet nalaten aan te geven enorm trots te zijn op ‘zijn’ IJsclub. “Trots op onszelf en trots op onze voorgangers. Onze IJsclub wordt breed gewaardeerd, ook in de regio. En net zo trots zijn we op de totstandkoming van het bijzondere jubileumboek, waaraan ook enorm veel aandacht en zorg is besteed.” Het eerste exemplaar was vervolgens voor Michel Kotteman, die de toehoorders verklapte al zijn leven lang ‘iets’ met de ijsbaan te hebben. “Zelf kan ik niet schaatsen, maar het was vroeger al mooi om hier te zijn. Zeker ’s avonds als de verlichting achter op de baan was minder was en je daar ook met meisjes vertoefde.” Geluiden van herkenbaarheid en solidariteit klinken dan op in de goedgevulde kantine.

Koninklijke Erepenning

Daarna was het de beurt aan burgemeester Van den Hengel die een pluim stak op de hoed van alle vrijwilligers. “Jullie zijn het hele jaar druk en werken toe naar een climax: de opening van de baan. Ik hoop dat moment vóór 28 januari, de dag waarop ik afzwaai, nog mee te mogen maken. Dit is een baan met historie”, zo vervolgde hij. “Er zijn vriendschappen en liefdes ontstaan, wellicht huwelijken uit voortgekomen en ongetwijfeld ook zakelijke transacties. Geweldig, ik wens jullie met graagte nog 100 jaar toe.” Vervolgens overhandigde hij André Wanink de Koninklijke Erepenning, een teken van respect en waardering voor de bijzondere verdiensten van de IJsclub.

Ambacht en erfgoed

En last but not least was het Derk Willem Ruesink die namens het Gewest Overijssel van de KNSB de loftrompet stak over de jubilaris. “Het schaatsen hier in Zenderen wordt gezien als ambacht, als cultureel erfgoed. Jullie hebben 19 bestuursleden, wij moeten het doen met twee mensen. Hoe doen jullie dat?”, zo grapte hij. Ook Ruesink bleek niet met lege handen te komen; hij overhandigde de Oorkonde van Verdienste.

Daarna werd het volgens Wanink tijd om ‘over te gaan tot de orde van dag’, zoals hij het omschreef: een drankje en een hapje. “Maar eerst gaan we een liedje zingen”, zo voegde hij nog snel droogjes toe, waarna de eerste tonen van het Wilhelmus werden ingezet en alle toehoorders staande het volkslied uit volle borst meezongen. Daarmee bereikte de folklore haar climax en stond de genodigden niets meer in de weg het feest van hun IJsclub in genoeglijke onderonsjes verder te vieren. (AJ/BM)

Het jubileumboek (á € 2,50) is te bestellen via aawanink@gmail.com.

Lees ook ons eerdere bericht ‘Honderd jaar schaatsen in Zenderen’