Onder helaas matige belangstelling vond vrijdagmiddag in het openluchttheatertje achter het Kulturhus de afsluiting plaats van het kunst- en cultuurprogramma ‘De Mammoet van Borne heet Boris’. Zo’n 1.300 leerlingen van de bovenbouw van alle basisscholen in Borne, Zenderen en Hertme hebben er dit schooljaar aan meegewerkt.
Wethouder Martin Velten benadrukte in zijn afsluitende toespraak het belang van kunst en cultuur. “Het leidt tot een bredere kijk op de wereld, vergroot de algemene ontwikkeling en vergroot de nieuwsgierigheid, hetgeen weer leidt tot leergierigheid”, zo zei hij. Het gehele programma bestond uit een drietal projecten. Bij ‘Kunst in de klas’ hebben de leerlingen van waardeloos materiaal een dier gemaakt. ‘Poëzie in de klas’ leverde mooie gedichten en verhalen op en het derde is de Boristentoonstelling die nu in het Kulturhus en Het Dijkhuis te zien is.
‘Kunstenaars in de klas zijn nodig’
Vervolgens was het de beurt aan vier leerlingen die voordroegen wat ze in dat kader hadden gemaakt. Zij fantaseerden wat voor dier zij waren, hoe zij zouden leven en hoe zij aan vriendjes zouden kunnen komen. Charlotte Bakker, werkzaam op een school in de Stroom-Esch, belichtte het belang van kunst- en cultuureducatie op de school vanuit haar eigen perspectief. Zij maakte duidelijk dat je daarvoor echt kunstenaars in de klas moet hebben “omdat dat de mensen zijn die op een andere manier denken en voelen.”
Een kort toneelspel tussen een archeoloog en een kunstenaar maakte dat verschil nog eens heel duidelijk aan de hand van de vondst van de resten van Boris. Waar de archeoloog denkt vanuit de feiten, doet de kunstenaar dat vanuit zijn gevoel, zo bleek. Tot slot van de bijeenkomst werd iedereen uitgenodigd de tentoonstelling te bezoeken. (HvR)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.