Joost Withag is de 55ste!

Het narrenvolk van De Toet’nbloazers moest er ruim anderhalf jaar op wachten. ‘Maar dan héb je ook wat’ zoemde het vrijdagavond door de Borrelboot bij ’t Wooldrik. Het was om precies 21.11 uur dat de nieuwe hoogheden van de jubilerende vereniging zich voor de allereerste keer presenteerden. En dat deden ze met verve. De nieuwe (en komende Stads-) Prins Joost de Eerste, oftewel Joost Withag, weet zich gesteund door twee Adjudanten: Wesley Assink en Wouter van Neck. Een unicum in het 55-jarig bestaan, want nooit eerder vormde een trio het boegbeeld van alle leut.

In de voetsporen van vader Bennie

In hun proclamatie doen ze op de gebruikelijke carnavaleske wijze kond van hun status. Zo omschrijft de nieuwe Prins zich als ‘de neie Textielbaron van Twente, Schatbewaarder van de Toet’nbloazers, Schuumkoppe van Texel en Wachtmeester van de Triple W’. De praktijk is dat de 41-jarige kledinginkoper bij Roetgerink in Enter is getrouwd met Nardy, dat ze samen twee kinderen hebben (Job van 13 en Bo van 11), dat Texel zijn ultieme plek is en dat ‘ie tussendoor ook nog eens penningmeester is van de carnavalisten en een meer dan gewaardeerd lid van de Bornse Schutters Vereniging. Joost treedt met zijn nieuwe uitverkiezing in de voetsporen van vader Bennie, die in 1986 de scepter zwaaide; in 2008 was hij al eens Adjudant.

Aan carnavalservaring dus geen gebrek. “Het is de bekende paplepel”, zegt hij aan de vooravond van zijn opkomst. Datzelfde geldt trouwens voor zijn twee adjudanten. Zo is de 27-jarige Wesley al jarenlang lid van de Raad van Elf, was zijn opa een van de oprichters van de vereniging en bekleedde vader André in 2003 de functie van Stadsprins. In het dagelijks leven is Wesley accountmanager bij Raab Karcher in Oldenzaal en hoopt ‘ie vanaf komende maandag samen te gaan wonen met zijn Manouk.

Kompaan Wouter is 29 en woont inmiddels al wel vier jaar samen. Met Iris, en hij verdient zijn boterham bij het UWV, waar hij mensen begeleidt naar een nieuwe werkomgeving. Ook hij stamt uit een carnavalsnest. Zo was opa Arie in 1979 al Stadsprins en vader Koos in 2010 adjudant, destijds de 44ste. “Daarmee is de cirkel rond”, zegt de trotse en kersverse Adjudant die zelf al vanaf zijn jeugdjaren actief is binnen de vereniging en in 2012 zelfs Jonkheer was. “Want nu ben ík het, en wéér in een jubileumjaar.”

‘Dit is een dikke bonus’

Voor alle drie komt met hun uitverkiezing een droom uit. “We zijn de jubileumhoogheden”, aldus Joost. “Dat is een dikke bonus. Het geeft gewoon een heel mooi gevoel, we zijn echt supertrots.” Het was overigens een heel lange weg naar hun opkomst. Bijna twee jaar moesten de carnavalisten immers hun adem inhouden vanwege corona. “En dus wisten we ook al heel lang van onze nieuwe rol. Het was niet altijd even makkelijk om dat voor ons te houden, maar het is gelukt”, voegt Wesley toe. En Wouter: “Maar daarmee kregen we wel extra tijd om ons voor te bereiden en er een meer dan geweldige regeerperiode van te maken.”

Veel willen ze daarover trouwens nog niet kwijt, maar dat er het nodige op stapel staat is wel duidelijk. Zo willen ze hun eigen biertje brouwen dat Triple W zal worden genoemd. Alle flesjes krijgen een eigen uniek nummer en zullen voor een deel worden geveild. De opbrengst daarvan gaat naar de Stichting Twente tegen kanker. “De etiketten moeten nog worden gedrukt. Daar hebben we maar even mee gewacht, want het zal ons niet gebeuren dat onze uitverkiezing voortijdig uitlekt…”, aldus Joost met een knipoog naar het verleden.

Grolsch-groen

Hoe dan ook, sinds vrijdagavond kunnen de drie volop stralen in hun groene tenues. Ook al een noviteit binnen de vereniging. “Het is smaragdgroen, een prachtige kleur. Niet geheel toevallig ook, want het kleurnummer is 55; het levensjaar van onze vereniging.”, verklaart Wouter. Joost en Wesley knikken bevestigend. “Maar je mag het ook ‘Grolsch-groen’ noemen hoor, klinkt eigenlijk wel net zo lekker.” Onnodig te zeggen dat de eerste kennismaking met het trio eindigde met een toost op hun hopelijk ‘machtig mooie jubeljoar’. (BM)

De lijfspreuk van Prins Joost de Eerste en zijn Adjudanten Wesley en Wouter luidt:

‘Met disse dree Toet’nbloazers in Hart en Leawer,

goat wie n’n machtig mooi Jubeljoar beleawen!’