Maandenlang leefden Miranda en Sandra ernaartoe: de beklimming van de Kilimanjaro. Jullie lazen er al over in dit artikel. Een avontuur dat hen fysiek en mentaal tot het uiterste zou drijven, maar bovenal een tocht met een missie. Ze liepen niet alleen voor zichzelf, maar ook voor het goede doel. Nu, terug in Nederland, blikken ze terug op een onvergetelijke reis vol uitdagingen, ontberingen en overweldigende momenten.
Een hobbelige start
Nog voordat ze de eerste stap op de berg zetten, begon het avontuur met de nodige stress. “We stonden bij het inchecken en kregen te horen dat onze boeking was geannuleerd,” vertelt Miranda. "Ik zag ons hele plan al in duigen vallen. Maar gelukkig kregen we het ter plekke nog geregeld." Alsof dat nog niet genoeg was, bleek dat een groepsgenoot niet meekon vanwege een fout in haar visumaanvraag. “Ze had haar ID-nummer ingevuld in plaats van haar paspoortnummer," zegt Sandra. "Dat lijkt een klein detail, maar het betekende dat ze pas een dag later kon vliegen. Op dat moment besef je pas hoe afhankelijk je bent van een goede voorbereiding."
Na een korte acclimatisatie in Moshi, Tanzania, begon de echte expeditie. Samen met hun gidsen, dragers en een kok vertrokken ze naar het beginpunt van de route. De eerste kilometers brachten hen door dicht regenwoud, waar de lucht nog warm en vochtig was. Maar al snel veranderde het weer. “We begonnen meteen in de regen en het pad werd een glibberige modderstroom. Onze schoenen zaten binnen no-time vol bagger en we vroegen ons echt af hoe we ooit de top moesten halen als dit nog maar het begin was,” lacht Sandra.
Zwaarder en kouder: de weg omhoog
Elke dag bracht nieuwe uitdagingen: steilere paden, ijlere lucht en dalende temperaturen. “Je voelt de zuurstof afnemen,” vertelt Miranda. “Zelfs iets simpels als een slok water nemen of je tas opnieuw schikken voelt als een inspanning. Je hart bonkt, je ademhaling versnelt, en het enige wat je kunt doen is zo rustig mogelijk bewegen.” De nachten waren niet veel beter. Ze sliepen in tentjes op vaak schuin aflopende ondergronden. “Je rolt automatisch naar één kant van de tent,” lacht Sandra. "En als je dan ’s nachts je tent uit moest naar het toilet – wat vaak gebeurde door de medicijnen die we namen – stond je ineens onder de meest waanzinnige sterrenhemel. Ondanks de kou was dat echt een magisch moment."
Naarmate de dagen vorderden, veranderde de omgeving drastisch. Het dichte regenwoud maakte plaats voor kale, grijze vlaktes. Op sommige stukken liepen ze door een buitenaards ogend landschap, waar alleen nog kleine struikjes en rotsformaties de omgeving sierden. De befaamde Barranco Wall, een steile rotswand van 250 meter hoog, was een van de spannendste uitdagingen onderweg. “Je moest echt met handen en voeten klauteren,” herinnert Miranda zich. “Het was best eng, want je weet dat een misstap gevolgen kan hebben. Maar tegelijkertijd gaf het een enorme kick. We deden dit gewoon!”
De laatste loodjes: een gevecht tegen de elementen
Hoe dichter ze bij de top kwamen, hoe meer de uitputting toesloeg. De kou werd ongenadig en elke ademhaling kostte energie. De nachten waren ijskoud en slapen lukte nauwelijks. De laatste nacht, de tocht naar de top, begon in het holst van de nacht. “We vertrokken om vier uur 's ochtends met hoofdlampen op,” vertelt Sandra. "Het was ijskoud en elke stap voelde als een enorme inspanning. We bewogen ons letterlijk in slow motion, stap voor stap, bijna alsof we door stroop liepen.”
Op 5500 meter hoogte begon Miranda zich steeds vreemder te voelen. "Ik voelde me licht in mijn hoofd, bijna high. Elke stap moest ik plannen, anders zou ik omvallen." Sandra had hetzelfde gevoel en merkte dat zelfs de kleinste handeling haar buiten adem bracht. Beiden kregen wat zuurstof toegediend. Maar opgeven? Dat zat er niet in. “We hadden hier maanden voor getraind, en dit was het moment,” zegt ze vastberaden. “Toen we Stella Point bereikten, wisten we: nog even en we staan op de top.”
Uhuru Peak: het hoogtepunt van alles
En dan, ineens, is daar het bord. Uhuru Peak, 5895 meter. Het hoogste punt van Afrika.
"Dat moment is onbeschrijfelijk," zegt Sandra. "Je kijkt om je heen en ziet alleen maar wolken onder je. We hadden het gewoon gehaald.” De emoties liepen hoog op, maar er was weinig tijd om het echt te laten bezinken. “Je moet voor het donker weer lager zijn, anders wordt het gevaarlijk,” legt Miranda uit. De afdaling bleek minstens zo zwaar als de klim. "Je bent doodop, hebt nauwelijks gegeten en moet nog uren door het donker door de sneeuw en over losse stenen naar beneden."
Gelukkig kregen ze hulp van de gidsen en dragers. "Zonder hen was dit onmogelijk geweest," zegt Sandra. "Ze hielpen ons met lopen, gaven ons water en ondersteunden ons als het nodig was. Het is ongelooflijk hoe sterk en kundig zij zijn. En als iemand er doorheen zat dan begonnen ze te zingen om ons op te peppen."
Een tocht met een missie
De beklimming was niet alleen een persoonlijke uitdaging, maar ook een manier om geld in te zamelen voor het goede doel. “Dat gaf zoveel extra motivatie,” zegt Miranda. “Als we het even zwaar hadden, dachten we aan waarom we dit deden. Voor de mensen die we hiermee steunen. En dat hielp enorm.”
Terug in Nederland kwam de zogenoemde "Kili-kater" en beseften ze pas echt wat ze hadden gedaan. "Het was het zwaarste wat we ooit hebben gedaan, maar ook het mooiste," zegt Sandra. "Je leert hoe sterk je bent, hoe weinig je eigenlijk nodig hebt en hoe bijzonder de wereld is.”
En, smaakt het naar meer? Miranda lacht. "Voorlopig even niet, maar ik weet zeker dat er weer een nieuwe uitdaging komt!"
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.