Uitgangspunten toekomstbestendige opvang ontheemden

De gemeente Borne heeft nieuwe uitgangspunten vastgesteld voor de opvang van Oekraïense ontheemden en mogelijke toekomstige asielzoekers vanaf 2026. Tijdens een persgesprek met burgemeester Jan Pierik en wethouder Arthur Lammers werd duidelijk dat Borne zich blijft inzetten voor opvang van Oekraïners, maar dat er nieuwe locaties nodig zijn nu blijkt dat de opvang langdurig noodzakelijk blijft.

Voortzetting opvang en zoektocht naar geschikte locaties

Borne vangt op dit moment zo’n 300 tot 380 Oekraïense ontheemden op, wat ruim 200 procent van de oorspronkelijke wettelijke verplichting is. De gemeente voelt een verantwoordelijkheid om deze opvang voort te zetten zolang de situatie in Oekraïne onzeker blijft. “Zelfs als de oorlog morgen stopt, zullen velen hier blijven. We moeten ons voorbereiden op een langdurige situatie,” benadrukte burgemeester Pierik.

De huidige opvanglocatie, Maria Mediatrix, is echter sterk verouderd en niet toekomstbestendig. Deuren die niet goed functioneren en een algemeen gebrek aan onderhoud illustreren de staat van het gebouw. “Toen we in 2022 deze taak op ons namen, dachten we dat het tijdelijk zou zijn. Nu blijkt dat de opvang langer nodig is, moeten we vooruitkijken,” aldus Pierik. Een ingrijpende renovatie van Maria Mediatrix zou te kostbaar zijn en is volgens het college geen wenselijke oplossing. Daarom wordt gezocht naar alternatieve locaties die beter aansluiten bij de lange termijnopgave.

Drie scenario’s voor nieuwe opvanglocaties

De gemeente heeft drie mogelijke scenario’s uitgewerkt. Het eerste scenario, waarbij de opvang verdeeld wordt over meerdere kleinschalige locaties in woonwijken, wordt als weinig kansrijk beschouwd. Wethouder Lammers lichtte toe: “Als je opvang in kleine eenheden van 50 tot 75 personen per locatie wil realiseren, wordt het een enorme puzzel. Met de beschikbare ruimte in Borne is dat niet realistisch.”

Een tweede optie is een mengvorm, waarbij een grote opvanglocatie gecombineerd wordt met enkele kleinere opvangplekken verspreid over de gemeente. “Dit lijkt een goed compromis,” zegt Lammers. “Je behoudt schaalvoordelen, terwijl je toch een bepaalde spreiding creëert.” Dit scenario heeft op dit moment de voorkeur, mits er geschikte locaties kunnen worden gevonden.

Mocht dat niet haalbaar blijken, dan blijft een derde optie over: het realiseren van twee grotere opvanglocaties. Dit scenario biedt de mogelijkheid om efficiënter voorzieningen te organiseren en huisvesting meervoudig inzetbaar te maken. Lammers benadrukte dat de gemeente rekening houdt met de toekomst: “We willen niet alleen een oplossing voor de korte termijn. De nieuwe opvanglocaties moeten ook geschikt zijn voor statushouders en mogelijk andere doelgroepen. Dit betekent dat we inzetten op zelfstandige woonruimtes en flexibele bouwvormen.”

Opvang als onderdeel van bredere woningbouwopgave

De woningmarkt in Borne staat onder druk en de opvangopgave kan daar niet los van worden gezien. “Sommige mensen vrezen dat de bouw van opvanglocaties ten koste gaat van huisvesting voor onze eigen inwoners, zoals jongeren en starters,” weet Lammers. “Maar dat is niet de bedoeling. We moeten zorgen voor een evenwichtige verdeling, waarin we aan alle doelgroepen tegemoetkomen.” De opvangplannen worden daarom meegenomen in de bredere woningbouwstrategie van de gemeente.

Zorgvuldige besluitvorming en betrokkenheid gemeenteraad

Hoewel er geen harde deadlines zijn, wil de gemeente vaart maken met de besluitvorming. Er zijn afspraken met projectontwikkelaars die graag willen starten met bouwplannen. “Zij willen vooruit, maar we nemen de tijd om dit goed te doen,” aldus Pierik. Er wordt nauw samengewerkt met de gemeenteraad en omwonenden om te zorgen dat de opvang op een breed draagvlak kan rekenen. “We willen niet dat dit een explosief debat wordt,” voegde de burgemeester toe. “Daarom gaan we zorgvuldig te werk en blijven we in gesprek.”

De uitgangspunten worden in april aan de gemeenteraad voorgelegd. Mogelijke locaties zijn nu nog niet in beeld. (AJ/KDS)

Foto's: Dirk de Graaf