“Soms denk ik weleens dat we allemaal te netjes zijn en dat er meer vuurwerk in de debatten zou mogen komen, maar tegelijkertijd betrap ik me er zelf op daar ook weinig aan te doen. Gek eigenlijk hè…” Het is een van de vele momenten van zelfreflectie tijdens het gesprek met Ellie Verschoor, nu nog fractievoorzitter van GB90. Op 5 maart beleeft ze in die functie haar laatste raadsvergadering en zet ze daarmee een punt achter ruim veertien jaar raadswerk in Borne.
GB90: Protestpartij
“Ik herinner het me nog goed”, zegt de 57-jarige van oorsprong Oost-Groningse, in het dagelijks leven arbo-coördinator en loopbaancoach bij Regio Twente. “Het was eind 1989 toen er overal spandoeken hingen met de leus ‘12 December gaan we naar ’t Schip’. Daar was de oprichtingsvergadering van GB90. Een protestpartij en dat vond ik wel interessant. Al moet ik eerlijk zeggen absoluut niet te weten waar ze tegen waren. Maar goed, waarom niet?”
Er werd gevraagd wie een bijdrage wilde leveren aan het verkiezingsprogramma en dat leek Ellie wel wat. Het ging over sociale zaken en welzijn, haar metier. “En voor ik het wist, zat ik in de raad.” Haar ietwat hese lach klinkt op, alsof ze verontschuldigend wil zeggen het ook niet te kunnen helpen. “En dan die allereerste vergaderingen. Ik dacht: ‘waar ben ik aan begonnen?’
Bij de eerste algemene beschouwingen werden we links en rechts ingehaald, maar waren dolgelukkig er iets kleins met sport voor de brandweer doorheen te loodsen. Eenmaal weer thuis bedacht ik me: ‘Waar ben ik in beland?’ Het voelde niet als mijn wereld. Nóg niet. En omdat ik er niet van kon slapen, ging ik ‘s avonds heel laat nog een rondje lopen. Kwam ik burgemeester Vunderink tegen die zijn hond uitliet. Hij praatte op me in en beloofde me te helpen.”
Nog steeds niet leuk
Die eerste worstelingen vormden voor Ellie de basis voor veertien jaren raadslidmaatschap. “En eerlijk, eigenlijk vind ik het nog steeds niet leuk. De manier van omgaan met elkaar, het politieke spel… misschien heb ik het wel veertien jaar volgehouden omdat ik een domme idealist ben. Maar ook heb ik heel veel geleerd. Ik ben in de loop der jaren gehard, ik snap meer dingen, durf makkelijker mijn mond open te trekken, mijn algehele functioneren is erdoor gevormd.”
Op de vraag wat ze in al die jaren nu eigenlijk heeft bereikt, volgt een lange stilte. “Voor deze vraag was ik het meeste bang”, begint ze. Om vervolgens in een vurig betoog te vertellen dat ze samen met Rita Vingerling, haar voormalige fractiegenote, grote stappen heeft gezet in het sociale domein. “Borne Werkt is er een voorbeeld van. Op dat terrein hebben we echt meters gemaakt. Wat ik heel jammer vind is dat we in de laatste formatieronde vorig jaar niet tot een volledig raadsprogramma zijn gekomen, doordat de kwestie van de Verbindingsweg ons in de wielen reed. Een gemiste kans”, aldus Ellie.
Veel meer loslaten
Toch vormden Borne en de dorpse politiek voor haar veertien geweldige jaren. “We zijn van protestpartij uitgegroeid tot een partij die een sterk stabiliserend karakter draagt en proberen voortdurend tegenstellingen te overbruggen. Als lokale partij zijn we stevig geworteld in de Bornse samenleving, dus veel zorgen over ons voortbestaan in de toekomst heb ik niet. Wel moeten we in mijn ogen nog veel meer zaken los te durven laten, het samen mét de gemeenschap voor elkaar krijgen en niet vóór de gemeenschap. Of, zoals nu, de moed hebben om aan te geven de energietransitie niet op lokaal niveau te kunnen oplossen, maar de bal terug te leggen bij de landelijke overheid en zeggen: geven jullie maar aan wat er gedaan moet worden.” En peinzend: “Daarmee kom ik toch weer terug op mijn meer directe karakter. Ik kan nu eenmaal slecht tegen allerlei politieke spelletjes.”
Op 5 maart zal ze haar voorzittershamer overdragen aan Mike de Boer, een van de drie nieuwelingen die GB90 in de Bornse gemeenteraad vertegenwoordigt. “Ik ben ervan overtuigd dat ze er klaar voor zijn. Dat ze het aankunnen en een nieuwe wind doen waaien. Bovendien is het goed, ergens heb je nu eenmaal een bepaalde houdbaarheidsdatum. Natuurlijk wil ik op tijd en plaats nog best eens helpen, maar de behoefte om nu verder te gaan in een of andere werkgroep heb ik niet. Het is mooi geweest. Ik heb jarenlang zo’n 16 tot 18 uur per week aan het raadswerk besteed, nu wordt het tijd voor andere dingen. (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.