Op verzoek van de doopsgezinde gemeente kwamen Annette Evertzen en Stevine Groenen dinsdag in de doopsgezinde kerk aan de Ennekerdijk vertellen over dominee Lenie Leignes Bakhoven, predikante tijdens de Tweede Wereldoorlog in Borne. Beide vrouwen deden historisch onderzoek naar onder anderen deze bijzondere vrouw.
Ds. Lenie Leignes Bakhoven (1910 – 1996) was een nog heel jonge predikante in Leersum-Loppersum toen de doopsgezinde gemeenschap zich het lot aantrok van een groep joods-christelijke kinderen uit Oostenrijk en Duitsland, die door hun ouders naar het buitenland gestuurd werd vanwege de gevaarlijke situatie voor joden toen de Nazi’s daar aan de macht kwamen. Het waren kinderen van halfjoodse afkomst, met een christelijke opvoeding. Dominee Leignes Bakhoven werd gevraagd de zorg voor 39 kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar op zich te nemen in het huis Fredeshiem te Steenwijk.|
Zorgvuldig verborgen gehouden
Na de Duitse inval werd het te gevaarlijk om deze kinderen als groep bij elkaar te houden en werd gezocht naar gastgezinnen. Dominee Leignes Bakhuizen, die toen al in Borne woonde, nam Olga Pollak en Erika Singer in huis. Beide meisjes kwamen bij haar wonen in de pastorie op het Marktplein (het huidige Dorsetplein), midden in het dorp. Vanwege hun gemengde achtergrond hoefden zij geen Davidster te dragen en konden ze gewoon naar school. Dat Olga drie joodse grootouders had, en daarmee vol joods was volgens de Duitse regels, werd zorgvuldig verborgen gehouden. Anselm Citron, die ergens anders onderdak vond, had zo’n goede relatie met de dominee opgebouwd dat hij al zijn vakanties in Borne doorbracht.
De pastorie kende echter nog meer, veel meer, gasten die daar voor langere of kortere tijd een veilig thuis vonden. Ondergedoken op zolder zaten de Menko’s, een joodse moeder en dochter. Ook andere joodse mensen vonden er voor korte tijd onderdak. Roon Visser en Gera Lambo, beiden gezocht door de Duitsers, konden er terecht. Het huis werd een doorgangshuis voor de ondergrondse en er werden allerlei illegale activiteiten besproken en gepland.
Daarnaast waren er ook steeds meer legale bewoners. De gepensioneerde en ernstig zieke Ds. Ten Cate en zijn vrouw waren welkom. Mevr. Meijling en haar dochter (90 en 70 jaar oud) vonden er een woonplek nadat Villa Meijling door de Duitsers werd gevorderd. Deze mensen mochten niet weten van de onderduikers op zolder. Olga herinnerde zich later hoe moeilijk dit was.
Een kleinzoon van Mevr. Meijling weet zich de bezoeken aan het overvolle huis nog goed te herinneren en ook de enorme uitbrander die de dominee zijn broertje gaf toen deze toch probeerde die mysterieuze, maar streng verboden, zolder te onderzoeken.
Bijna onvoorstelbaar
Om het allemaal nog ingewikkelder te maken werd een slaapkamer op de eerste verdieping gevorderd voor de huisvesting van een Duitse officier en zijn adjudant. Het is bijna onvoorstelbaar dat het allemaal goed is gegaan. Alle illegale en legale bewoners hebben de oorlog overleefd en het ingepakte koffertje dat de dominee altijd klaar had staan, is gelukkig nooit gebruikt.
Na de oorlog hebben Olga, Anselm en Gera zich ingezet voor de in 2000 postuum toegekende Yad Vashem-onderscheiding door de staat Israël aan Lenie Leignes Bakhoven, die hen altijd heel dierbaar is gebleven.
Annette Evertzen eindigde haar presentatie met de opmerking dat het toch mooi zou zijn als er in Borne een straat genoemd zou kunnen worden naar deze bijzondere vrouw. De toehoorders waren het daar hartgrondig mee eens!
Tekst en foto Anke Jonathans
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.