Verdwenen in ‘Nacht und Nebel’
04-05-2022
GEBROEDERS HELMERS PIONIERS IN HET VERZET

Verdwenen in ‘Nacht und Nebel’

Voor de bestraffing van verzetsmensen liet Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog een speciale strafklasse ontwikkelen: ‘Nacht und Nebel’. Ze werden in het geheim afgevoerd om vervolgens spoorloos in ‘nacht en nevel’ te verdwijnen. Over hen mocht geen enkel bericht Nederland bereiken. Jan Helmers uit Borne en zijn broer Willem werden als zodanig behandeld tijdens hun internering in de Wehrmacht Untersuchungsgefängnis aan de Lehrter Strasse in Berlijn. Hoe raakten ze daarin verzeild?

 

‘Stijkelgroep’

De hakenkruisvlag wapperde amper een half jaar in ons land toen de 31-jarige Jan Frederik Helmers, koopman bij N.V. Spanjaard, en zijn zeven jaar jongere broer Willem Alfred Helmers, student toegepaste techniek in Keulen, zich aansloten bij de ‘Stijkelgroep’, één van de eerste kleine verzetsverbanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een groep die zijn naam dankte aan Han Stijkel, een jonge academicus uit Den Haag, aanvankelijk opgericht als een zogenaamde Ordedienst (OD). Dit hield in dat deze na de oorlog het gezag moest voeren totdat de Koningin teruggekeerd was.

 

De groep, pas later zo genoemd door de Duitsers, bestond in werkelijkheid uit een verzameling kleine verzetsgroepen uit Den Haag, de Zaanstreek en Amsterdam, een sterk gemêleerd gezelschap met collectieve afkeer tegen de bezetter. Zij wisselden, nog voor het verzet zich in Nederland had weten te organiseren, spionagemateriaal met elkaar uit en zochten manieren om de informatie naar Engeland te krijgen. De connectie van de gebroeders Helmers met de groep was Cornelis Jan Gude, dienstkameraad van Jan Helmers en naaste medewerker van Han Stijkel. Door zijn werk verbleef Jan regelmatig in Duitsland, broer Willem studeerde er. Helaas was hun spionagewerk tegen de bezetter maar van korte duur, met alle dramatische gevolgen van dien.

 

V-mannen

Han Stijkel en zijn rechterhand Gude wilden naar Engeland en probeerden via een kortegolfzender contact te leggen. Het lukte na de tweede poging contact met Londen te krijgen. Daar was men welkom onder de voorwaarde dat voldoende spionagemateriaal zou worden overlegd. Na hernieuwd contact kreeg Stijkel de mededeling dat ze in de nacht van 1 op 2 april 1941 door een Nederlandse onderzeeër zouden worden opgehaald. Om de mannen buiten de kust bij de onderzeeër te kunnen afzetten werd via het Katwijks verzet de KW 133 ‘Eendracht’ geregeld, een motorbotter. Wat men niet wist dat er verraad in het spel was. Twee Nederlandse vishandelaren, Van Dam en Van Wezel, werkten voor de Sicherheitspolizei en waren als zogenaamde ‘V-Mann’ (vertrouwensman) al bij de planning van de operatie in de groep geïnfiltreerd.

 

Alles liep mis. Stijkel en Gude, gekleed in net pak voor een ontmoeting met de Koningin, werden ter plekke gearresteerd. Twee andere leden van de groep, Baud en politieman Van Dijk, die als vissers verkleed waren, konden ontsnappen. Baud werd later alsnog gepakt. Men slaagde er nog wel in een koffer met spionagemateriaal te vernietigen. Aan de hand van huiszoekingen kregen de Duitsers een lijst in handen van het verzamelde kaarten- en inlichtingenmateriaal. Diezelfde nacht en in de dagen erna volgde een golf van arrestaties. Uiteindelijk kwamen 43 mannen en 4 vrouwen terecht in Scheveningen. Achter hen sloten zich de poorten van het zogenaamde ‘Oranjehotel’, een Duitse strafgevangenis. Onder hen de gebroeders Helmers. Het zou het beginpunt worden van een lange reis.

 

Oranjehotel

Op basis van het gevonden materiaal werden tijdens verhoren door verdachten aanvullende verklaringen afgelegd. Het leven in de cel in Scheveningen vereiste veel aanpassingsvermogen. Onzekerheid en slechte voorzieningen zorgden voor grote psychische druk. De gevangenen waren overgeleverd aan de willekeur en het onrecht van de Duitse bezetter. Dagelijks kregen ze te maken met een ruwe en onaangename behandeling, gepaard gaande met intimidatie en vernederingen. Afgezonderd van de buitenwereld verkeerde men in grote onzekerheid over hun toekomst. Elke afleiding hielp om daarover niet te hoeven nadenken. Met behulp van bewakers kon Han Stijkel contact blijven houden met medegevangenen. Hun geest was niet gebroken.

 

Om een voorbeeld te stellen werd de groep op 26 maart 1942 door de Duitsers op transport gesteld naar Berlijn. Eindpunt was de Kriegswehrmachtgefängnis, vlakbij de Rijksdag. De vier vrouwen in het gezelschap kwamen in de gevangenis Charlottenburg terecht.

 

Berlijn

De zaak ‘Stijkel’ werd begin september 1942 behandeld door het hoogste militaire gerechtshof, het Reichskriegsgericht. Er was geen sprake van een normaal proces met verhoor en verdediging. De aanklachten werden voorgelezen aan de hand van de in Scheveningen afgenomen verhoren. De aanklacht luidde: spionage en het toebrengen van schade aan de Duitse Wehrmacht. Het proces, achter gesloten deuren en omschreven als één grote komedie, heeft vijf dagen geduurd. Jan en Willem Helmers, bijgestaan door respectievelijk (nazi) advocaat Riccius en Romann, werden van spionage beschuldigd. Ze zouden in Anhalt (Saksen-Anhalt), een regio in het midden van Duitsland, belangrijke militaire en economische objecten in kaart hebben gebracht en deze in handen van Gude hebben gespeeld om te worden doorgestuurd naar Engeland.

 

Vonnis en executie

Twee dagen na beëindiging van het proces werden - ‘Im Namen des Deutschen Volkes’ - 39 doodvonnissen uitgesproken, inclusief de gebroeders Helmers. Op 27 oktober werd het vonnis door de president van de rechtbank, admiraal Bastian, bekrachtigd. Zeven maanden later, begin juni 1943, kwam er aan alle onzekerheid een eind. Van zes leden van de groep werd een gratieverzoek toegewezen, zij kregen levenslang. Eén gevangene was tussentijds overleden.

 

De andere 32 werden op 3 juni in Berlijjn-Tegel doodgeschoten, met een tussenpauze van 5 minuten, Han Stijkel als eerste om 08.00 uur. Jan en Willem Helmers respectievelijk om 08.19 en 08.24 uur. Zij werden, zonder blinddoek, door gevangenispredikant Harald Poelchau naar de plaats van executie geleid.

 

Harald Poelchau

Gedurende het 15 maanden durende verblijf in Berlijn, heeft hij veel voor de veroordeelden kunnen doen. Door zijn toedoen was het verblijf enigszins draaglijk. Ze hielden zich bezig met zelfgemaakte schaak- en andere spelen en genoten van extra brood, sigaretten en chocola dat hen via een Nederlandse ambtenaar van het Zweedse gezantschap werd toegespeeld. Poelchau sprak ze wekelijks. In zijn herinneringen schrijft hij dat de groep diepe indruk op hem gemaakt heeft, met name Jan en Willem Helmers: ”De gebroeders Helmers waren de hele dag buiten de cel als ‘ganglopers’ aan het werk en droegen door hun beheerste, stille en vastbesloten houding veel bij aan de onderlinge houding van de hele groep. Ook bij de Duitse bewakers stonden ze in een goed aanzien.”

 

Toen het einde naderde zorgde de predikant ervoor dat de mannen een afscheidsbrief mochten schrijven. Deze zouden de nabestaanden nooit bereiken. Poelchau mocht in een korte dienst in de vroege morgen van 4 juni 1943 tot hen spreken: ”Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn”. Hij kon dit doen, zo schreef hij, omdat hij wist dat deze mannen het ergste van het sterven, het afscheid van de wereld en de geliefden, reeds achter zich hadden. Uit de getraliede gevangeniswagen op weg naar de plek van executie in Tegel, hoorde hij het Wilhelmus.

 

Eregraf

Na de bevrijding was er in Nederland lang onzekerheid over hun lot, de Duitsers hadden alles met betrekking tot de groep angstvallig geheimgehouden. De slachtoffers bleken uiteindelijk begraven te liggen in een massagraf voor krijgsgevangenen in Döberitz bij Berlijn. Na de oorlog lag dat in de Russische zone, hetgeen de repatriëring ernstig heeft bemoeilijkt en vertraagd. In 1947 lukte het de lichamen naar Nederland te krijgen. Op 1 augustus werden ze na een eredienst onder grote belangstelling bijgezet in een graf op de begraafplaats Westduin in Den Haag. De verraders Van Dam en Van Wezel werden in 1949 berecht. Tegen hen werd in eerste instantie de doodstraf geëist, gewijzigd bij de uitspraak in 20 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.

 

Verzetspoëzie

Jan en Willem Helmers streden tegen overheersing. Net als hun voorvader, de bekende dichter Jan Frederik Helmers (1767-1813). In zijn lange gedicht De Hollandsche Natie (1812) bejubelt hij het verleden van Nederland, een soort verzetspoëzie, want hij was één van de felste strijders tegen de Franse bezetting en overheersing onder Napoleon (1810-1813). Amsterdam kent de Helmersbuurt en de eerste, tweede en derde Helmersstraat. Jan en Willem waren zijn laatste twee nazaten.

 

Jan Helmers was getrouwd met Sara Wortmann. Het echtpaar had geen kinderen en woonde toentertijd aan de Bornerbroekscheweg. Willem was ongehuwd. (HN)

 

Bij de foto's (van boven naar beneden): Kriegswehrmachtgefängnis Berlijn; Jan en Willem Helmers; gedeelte uit doodvonnis; executieplaats Berlijn-Tegel; grafstenen Jan en Willem Helmers

 

BRONNEN: St. Eregraf Stijkelgroep; NIOD, ‘Stijkelgroep’ Dr. A.J. van der Leeuw; ‘De Stijkelgroep’ Drs. W de Vreugd, 2018’; ’Die letzten Stunden’ H. Poelchau,1987; ‘In Verdrukking, Verzet en Vrijheid”, H. Noordhuis, G.P .ter Braak, M.F.S. Kiekhuis, Hengelo 1990. Foto’s: St. Eregraf Stijkelgroep; Bundesarchiv

 

© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.

Deel
De link is gekopieerd naar het klembord!
reageren op deze pagina

Overbieden is de trend in krappe huizenmarkt

ADVERTORIAL • De huizenmarkt blijft in beweging en voor verkopers kan dit goed nieuws zijn....
27-03-2024

De arbeidersklasse roert zich!

Het begin van de twintigste eeuw kenmerkte zich door de opkomst van vakbonden en...
25-03-2024

Bornse toppers lunchen samen op Vrouwendag

Vandaag, vrijdag 8 maart, is het Internationale Vrouwendag. Een dag die al - zij het nog...
08-03-2024

Grote stroomstoring in Borne

UPDATE 19.19 uur: Enexis meldt dat de storing is verholpen   Rond 17.45 uur maandagavond...
12-02-2024

Kleiner wonen? Onze wooncoach denkt graag met u...

ADVERTORIAL • Sigrid Mulder is wooncoach bij Welbions. Zij zorgt ervoor dat huurders van...
10-02-2024

‘Sabrina is een schat van een meid. Wat wil je...

ADVERTORIAL • ‘Niet klagen maar dragen.’ Het enige wat er in de nieuwbouwwoning...
09-02-2024