Rolstoelers genieten van Bornse lunch

Op de laatste dag van de Twentse Rolstoel4Daagse genieten de 150 deelnemers van hun lunch in Borne. De rijders van alle afstanden (15, 30, 50 en 70 kilometer) arriveren één voor één en in groepjes bij Café Platenkamp, voordat ze weer enthousiast en goed gehumeurd op pad gaan voor de laatste loodjes van het evenement. Het luxe broodje kroket is in trek, net als de uitsmijter. De parkeerplaats is het domein van de meest uiteenlopende modellen rolstoelen en even ingericht als een restaurant in de openlucht.

Belinda Oosting en Bennie Oude Heuvel (hiernaast in het oranje) vormen de stempelpost en controleren zorgvuldig of alle deelnemers zich eerst met hun kaart melden voordat ze aan een van de tafels aanschuiven. Ze behoren tot een fors legertje vrijwilligers dat het mogelijk maakt de vierdaagse voor mensen met een fysieke beperking te houden. Daaronder alleen al tachtig verkeersregelaars, die erop toezien dat de deelnemers de verschillende oversteekpunten op hun routes probleemloos passeren.

‘De veiligheid van deelnemers en mensen die aan de kant staan, is natuurlijk een heel belangrijk aspect”, vertelt Brenda Oosting. “Daarom heeft iedereen, ook wij, altijd het nummer van de organisatie bij zich om te kunnen bellen als zich onverhoopt iets voordoet. Er kan ook iets misgaan met het materiaal en daarom rijden er diverse auto’s mee en is er voor elke afstand een bezemwagen aanwezig.”

Heel dankbaar werk
Elk jaar roostert ze een paar vrije dagen op haar werk in voor de vierdaagse. "Het is heel dankbaar werk. Vaak zijn de deelnemers bezorgder om jou dan om zichzelf", is haar ervaring. "Ze vinden het bijvoorbeeld heel erg als je nat wordt onderweg."

"Als je die reacties ziet onderweg, dat is geweldig", onderschrijft Bennie Olde Heuvel de sfeer van de Twentse Rolstoel4Daagse. “Dat weer is trouwens ook voor het evenement wel van belang", voegt hij eraan toe. “Als het heel warm is, kan het niet doorgaan omdat sommige mensen niet kunnen zweten en dan in de problemen zouden komen. De gezondheid van de deelnemers krijgt sowieso veel aandacht. Gelukkig vallen tegenwoordig de lichamelijke ongemakken mee, maar voor de zekerheid zijn er wel altijd twee of drie wagens van het Rode Kruis bij.”

Onderweg zijn de deelnemers op de verschillende afstanden voor de organisatie en elkaar herkenbaar aan de kleur van hun vlaggen op de rolstoel. Ze zijn er in het rood (15 km), oranje (30), paars en groen (70).

Na het verorberen van de lunch trekt het gezelschap verder richting Delden, waar ze elkaar later in de middag opnieuw treffen bij het verzamelpunt Het Hoogspel. Van daaruit volgt dan nog de glorieuze intocht naar de echte finish, bij sporthal De Reiger in Delden. (WP)

Foto's © Raymond Hofsté en Willem Pfeiffer