Orgeltalent Maarten Wilmink in Streekmarktconcert

In Borne zijn veel jonge talenten aanwezig en Maarten Wilmink is er daar een van. Pas 16 jaar, op 12 jarige leeftijd in orgelmuziek geïnteresseerd geraakt. Hij kreeg interesse in een orgel doordat hij geregeld in de kerk orgelmuziek hoorde. Dat vond hij wel mooi. Omdat er thuis een keyboard stond, begon hij daar toen op te spelen.

Na enkele maanden oefenen op het keyboard, besloot hij orgelles te nemen bij Louis ten Vregelaar uit Delden. Vrij snel daarna kwam er een elektronisch orgel in de keuken te staan. De lessen werden op een echt orgel gegeven, in de Blasiuskerk te Delden, in de Lambertusbasiliek te Hengelo en ook in de Stephanuskerk van Borne. Maarten is de jongste leerling van Louis ten Vregelaar. De meesten zijn wat ouder. De meeste lessen zijn nu in Borne.

Maarten Wilmink en het orgel

Maarten pakte het spelen op een orgel heel snel op. Vanuit die basis pakte hij binnen een of anderhalf jaar de werken van Johann Sebastian Bach op. Best zware kost voor een beginnende orgelspeler. “Ik vind de muziek mooi.”Voor goed orgelspelen moet je veel oefenen, dat doet hij ook, zo’n drie tot vier uur per dag en met veel plezier.

Maarten Wilmink volgt het gymnasium aan de Grundel en hij is net over naar de vijfde klas. In zijn pakket heeft hij voor Latijn gekozen, een goede keuze ook voor zijn interesse in oude orgelmuziek. Orgels worden ook meestal in kerken bespeeld, Latijn was vroeger de taal van de kerk. Misschien wil hij na de studie naar het conservatorium. Alleen is de markt voor orgelkunstenaars niet zo heel groot dus kiest hij er waarschijnlijk voor het conservatorium naast een andere studie te doen. Maarten is de oudste van vier kinderen in het gezin Wilmink. Zijn broertje speelt piano en een zusje zit op de koorschool van Louis ten Vregelaar.

Wat maakt het bespelen van een orgel niet gemakkelijk

Aan het begin van het gesprek legt Maarten uit welke functies de knoppen om het klavier allemaal hebben. Hij laat ook horen hoe het klinkt als hij de ene knop uittrekt, bijvoorbeeld de knop van de trompet. Als hij dan een stukje muziek laat horen, klinkt het orgel ook als een trompet. Zo zijn er meer knoppen met klanken. Ook de knoppen voor de pedalen hebben een eigen functie.

Een orgel is een veelzijdig instrument. Ieder orgel heeft zijn eigen signatuur, ofwel zijn eigen klank. Dat betekent dan ook dat je precies moet weten op welk orgel je welke muziek speelt. Een Frans orgel klinkt heel anders dan een Duits orgel, een oud orgel heeft een heel andere klank dan een nieuw orgel. En zelfs de orgelbouwers hebben hun eigen signatuur. Juist die afwisseling in orgels vindt Maarten Wilmink mooi. Voor een concert kiest hij dan ook de muziek en de componist uit die bij het desbetreffende orgel horen.

Heel bijzonder is ook dat hij een studie maakt over de orgelbouw. Dat komt goed van pas want nu kan hij het orgel ook stemmen. Voordat het concert in de Blasiuskerk begint, stemt hij samen met Louis ten Vregelaar het orgel. “Ik bestudeer ook de verschillende componisten uit verschillende tijden en ik probeer de muziek ook te laten klinken zoals zij het bedoeld hebben. Je onderzoekt dan dingen als registratie en tempo bijvoorbeeld. Dat hangt eigenlijk ook van het orgel af. In Delden is Duitse Barok muziek iets makkelijker uit te voeren dan Frans Romantische muziek. Toch zitten er in mijn concert twee Franse componisten.”

Kennis over de bouw van een orgel hoort bij organistenkennis. Ieder orgel heeft een dispositie ( de genoemde trompet en meer). Bij ieder concert wordt er door de organist zo goed mogelijk gebruik gemaakt van deze dispositie, zodat de organist het orgel op een zo mooi mogelijke manier kan laten horen. Je moet dus kennis en kunde hebben als organist. Maarten Wilmink heeft, zo jong als hij is, dat al in huis. Bij de vraag of hij wil gaan deelnemen aan concoursen antwoordt hij bevestigend. “In de toekomst misschien wel. Dat ga ik nog onderzoeken.” Dat onderzoeken zit wel in de lijn van zijn karakter, lijkt wel.

Maarten Wilmink is minder gecharmeerd van moderne popmuziek. De nieuwste muziek, techno, vindt hij af en toe lijken op computerstoringen. Thuis hoort hij op de achtergrond wel gewoon de radio. Natuurlijk komt hij in het dagelijkse leven in aanraking met popmuziek. “Maar orgelmuziek heeft mijn voorkeur.”

Cultuurvrienden Oude Blasius Delden

Het concert is georganiseerd door de Cultuurvrienden van de Oude Blasius Delden. Zij organiseren maandelijks concerten waarvan twee tijdens de Streekmarkt op de eerste zaterdag van de maand. Tijdens die Streekmarktconcerten, van 13.00 tot 14.00 uur, wordt een podium gegeven aan jonge talentvolle kunstenaars, nog amateurs. "Wij zijn blij dat we Maarten op het spoor zijn gekomen. Hij is een goed voorbeeld van muzikaliteit en kunde, een groot talent. Mooi ook dat je zo’n jong talent kunt laten spelen. We zijn dan ook vol verwachting wat hij neer gaat zetten. De eerste keer dat we een Streekconcert organiseerden waren er toch ongeveer 40 à 50 toehoorders. Daar waren we blij mee. Volgens ons gaat hij een grote toekomst tegemoet.”

In de avondconcerten worden professionele musici, koren en andere kunstenaars geprogrammeerd.

Het concert

Maarten Wilmink speelt in totaal zes stukken: drie Duitse componisten en drie Franse componisten. Natuurlijk is een van de componisten J.S. Bach( 1637-1750), daar speelt hij drie composities van. De meest moderne is een stuk van A. Guilmant, ( 1837-1911), een Franse componist.

De eerste componisten waar Maarten werk van uitvoert, behoren tot de Barokperiode, de laatste drie stukken tot de Romantiek.

Jos de Vries, secretaris van de Cultuurvrienden, introduceert Maarten Wilmink bij het publiek en geeft aan dat vanaf het klavier boven gefilmd wordt.

Maarten introduceert zijn muziekstukken zelf en legt uit wat hij speelt. Hij geeft geen blijk van enige nervositeit.

Zijn ouders en de andere kinderen zitten ook in de kerk: "We zijn trots op hem en dankbaar dat hij zo’n talent heeft. Inmiddels heeft hij al wel een paar concerten gegeven, maar dit concert is het eerste in de buurt. Hij zit vol van het orgelspel en de mogelijkheden van het orgel. We stimuleren wel, maar pushen hem niet. Het moet wel uit hemzelf komen.”

Inmiddels zitten tussen de 60 en 70 mensen in de kerk die het concert met aandacht volgen. Hem wordt een grote toekomst gegund. (AM)

Info: www.cultuurvrienden-oudeblasius-delden.nl