Als kleren konden praten
17-04-2021
CONSERVATOR KLEDING/TEXTIEL IS VAN BELANG VOOR MUSEUM BUSSEMAKERHUIS

Als kleren konden praten

Kijk naar je kleding en de stof. Het vertelt wie je bent en in welke tijd je leeft. Kom je uit de dance scene, de punktijd of de Flowerpower periode. Beelden uit die tijd staan op ons netvlies. Maar wie zorgt voor de kleding uit voorbijgaande tijden? Zodat we terug kunnen blikken. Hoe mensen hebben geleefd. In welk keurslijf ze geperst zijn. Hoe zag een hanenkam eruit? Het behouden van stoffen uit 1800 die met de hand beschilderd zijn en stoffen uit 2021 die van petflessen zijn gemaakt. Daar ligt de rol van de conservator. In het museum Bussemakerhuis werkt sinds decennia Gerry Kleerebezem. Gepassioneerd vertelt zij: “Ik wil alles van textiel redden.” In het kader van het Textiel Festival Twente zoeken we mensen op die ‘iets met textiel hebben’.

 

Stof tot spreken en stof tot nadenken

Ze werd ooit gegrepen door een boek ‘Klederdrachten in N-O Twente’. In de tachtiger jaren was de samenleving meer ontvankelijk voor het herstel van klederdrachten. Een gevolg van nostalgie na de oorlog. Ze ging op onderzoek uit, bezocht boeren in de regio en verrijkte haar kennis. Achttien jaar werkte ze samen met Wielent Harms om het boek Overijsselse Streekdrachten, een weerspiegeling van voorbije mode, uit te laten geven. Zij zorgde voor de kleding die op de afbeeldingen staan. Die uit verzamelingen vooral van boeren ter hand kwamen. Ook volgde ze cursussen over mode.

 

Dit legde de basis voor haar activiteiten als conservator in het Bussemakerhuis. Ieder stuk textiel gaat door haar hand. Gaaf, gehavend, hagelwit, smoezelig, zijde of jute... alles vertelt een verhaal. Iets over de drager, iets over de tijd waarin de drager leefde. Zoals de skater te herkennen is aan de skatebroek en de welgestelde dame aan de zijde japon met verhoogde taille.

 

‘Ik wil alles redden’

Gerry werkte in die jaren samen met de Twente- en IJsselacademie, organisaties voor heemkunde. In de jaren ‘90 startte ze bij het Bussemakerhuis om de aanwezige kledingcollectie van de familie Knuif te redden. In het huis dat in 1993 haar deuren voor het publiek opende, trof ze japonnen, hoeden, onderkleding uit de 19e en 20e eeuw aan. Het waren schenkingen van rijke families. Immers, deze hadden veel bergruimte in de royale huizen. Het waren verzamelplaatsen van waardevolle erfstukken. Soms vergeeld en soms gaaf. Voorzichtig en met liefde behandelen is het motto van Gerry. “O jee, als een stuk graanstijfsel bevatte”. Het helderwit was ver te zoeken. In vroegere tijden was de aanschaf van het dure rijststijfsel niet voor iedereen weggelegd.

 

We kennen in Borne de straat De Bleek. Hier, maar ook thuis bij de boerderijen in het gras, werd gewassen witte textiel in de zon gelegd. Voor een hagelwit resultaat. Nu nog gebruikt Gerry de kracht van de zon om vlekken uit de oude textiel te verwijderen.

 

Fast fashion en slow fashion

Onder haar verantwoordelijkheid werden kasten, op de zolder, als depot voor de historische kleding gemaakt. Met een stoffen binnenbekleding. De kleding uit vervlogen tijden ligt tussen zuurvrij papier in brede kartonnen dozen. Netjes gerubriceerd en gearchiveerd. De met zorg uitgezochte topstukken staan nu in het museumgedeelte opgesteld. “Voor het eerst te wachten opdat de bezoekers nog kunnen genieten van de kleding die uit de kast is gehaald”, verzucht Gerry. Jarenlang werd kleding afgedragen, versteld en doorgeschoven naar een volgende generatie. Het is in tegenstelling zoals wij nu met onze kleding omspringen.” Fast fashion moet in de toekomst weer plaats maken voor de ouderwetse slow fashion.

 

Onze kleding vertelt geschiedenis

De jute schorten zijn voor de jongere generatie een raadsel. Veevoer werd in een jutezak met opdruksel verkocht. De boerin keerde de zak binnenstebuiten en naaide er een schort van. Als functionele kleding voor het voeren van varkens en het werken op de deel. De collectie in het depot groeit. Nog steeds ontvangt het museum interessante textiel. Onlangs boog Gerry zich over een verzameling pronkrollen. Ook wel een ‘Souvenir de ma Jeunesse’ genoemd. Een lange strook van lapjes met verschillende borduurtechnieken die aan elkaar zijn genaaid.

 

“Ieder klein steekje op textiel fascineert mij. Hoe heeft men dat in die tijd, tweede helft 19e eeuw/begin twintigste eeuw, kunnen maken?” Met de hand meters fraai handwerk als jong meisje onder auspiciën van nonnen, vaak in een pensionaat, tot een goed resultaat brengen? Om in de toekomst een goed en nijver huisvrouw te kunnen zijn. Een proeve van bekwaamheid.

 

Achterom- en vooruitkijken

Om de collectie voor de toekomst te bewaren en nieuwe inbreng te kunnen determineren is veel kennis en ervaring nodig. “Restaureren en archiveren, daar moet je liefde voor hebben!” Ieder stuk wordt door haar beschreven en met foto digitaal vastgelegd. Op www.collectienederland.nl/vc/museum-bussemakerhuis is dit voor iedereen in te zien. (YD)

 

© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.

Deel
De link is gekopieerd naar het klembord!
reageren op deze pagina

Willemien Holterman etst voor Mariakapel

Sinds 7 maart is er al bijna 11.000 euro bijgeschreven voor de crowdfundactie van de Mariakapel...
11-04-2024

Vrolijke serenade voor de 80-jarige Johan

Het gebeurt niet meer zo vaak dat een muziekkorps nog door de straten trekt. En dat is in Borne...
05-04-2024

De drijfveer van beeldhouwster Hetty Steenberg

‘De Drijfveer’ vormt de veelzeggende naam van het praatprogramma op BorneBoeit....
31-03-2024

Nieuwe fase voor Méér Muziek in de Klas

Sinds enkele jaren wordt er in Borne keihard gewerkt aan het geven van nieuwe impulsen aan het...
18-03-2024

Het geheim van de kimono

Acht maanden lang vind je ‘een beetje Japan in Borne’. In het museum Bussemakerhuis,...
09-03-2024

Borne-Nu op de bres voor Koetshuisje

In de voorliggende plannen voor het Huis van Borne is geen plaats meer voor exposities in het...
06-03-2024