Wat komt er uit de kast van Bussemakerhuis?

Menigeen haalde onlangs de dikke wintertrui uit de kast. In het museum Bussemakerhuis heeft men de afgelopen maanden een deel van de historische kledingcollectie uit de kast gehaald. Het is voor het eerst dat deze verzameling wordt tentoongesteld. Dit ter gelegenheid van het Textiel Festival Twente 2021. Alles staat vanaf 20 januari met veel zorg opgesteld. Maar helaas kan nú niemand het bewonderen. De maatregelen tegen Covid-19 dwingen de deuren van het museum gesloten te houden.

Wilma Witteman (rechts op de foto in de tekst) en Gerry Kleerebezem, beiden conservator in het Bussemakerhuis, hebben maanden gewerkt aan deze unieke opstelling. Daar is een voorstudie aan vooraf gegaan. Niet alleen inhoudelijk. Maar ook bij het inrichten en de opstelling moesten ze rekening houden met de maatregelen van het RIVM en de adviezen van de museumvereniging.

Waardevolle erfstukken

De getoonde kleding wordt normaliter bewaard in met katoen gevoerde kasten. De stof ligt tussen zuurvrij papier. Gerry draagt al ettelijke decennia de zorg voor de bijzondere historische kleding. Het levenswerk wordt door haar gekoesterd. “Het is zo bijzonder om te beseffen dat deze oude kleding hier in Borne heeft rondgelopen”, verklaart ze. “Het is met de hand genaaid, zo precies, alle steekjes staan in het gelid.” Al de stukken gaan door haar handen. Ze restaureert, archiveert en verzamelt de kledij. Alles heeft een verhaal. Het zijn veelal erfstukken die door Bornse families zijn geschonken. Nog steeds neemt ze erfstukken van binnen en buiten Borne in ontvangst.

De kast gaat open

Witteman heeft een historische lijn in de huidige expositie aangebracht. Een deel van de kleding is nu te zien. “Het is een greep uit onze verzameling”, vult Kleerebezem aan. Een deel is nu nog een verborgen verleden. En is een verrassing voor de toekomst. “We hebben een selectie gemaakt van heren- en dames burgerdracht die door de eeuwen heen in Borne is gedragen. Het zijn 77 items”, licht Witteman trots toe. Op podia, die door vrijwilligers zijn gemaakt, worden de modellen op poppen getoond. Het geeft een prachtig sfeerbeeld door de eeuwen heen. De bezoeker ontvangt een boekje met uitleg over de periode waarin de kleding werd gedragen. En op welke wijze het werd gedragen.“Eindelijk kunnen we zien wat er in de kasten zit! ” roepen vrijwilligers van het museum weet Witteman te melden.

Oudste japon van 1780

Oude tijden herleven in het huis. Het oudste stuk is van 1780. Een Indrukwekkende japon van lichtblauwe gebrocheerde zijde en linnen. Met een rokwijdte van bijna vier meter. Modestijlen van 1750 tot 1950 trekken aan je voorbij in het museum.

De Empirestijl en de bekende beelden uit Downton Abbey doemen op. Er is een diversiteit aan stoffen, patronen en modellen te bewonderen. Bijzonder is de klaphoed. Een hoofddeksel met een ijzeren constructie. Die ooit ingeklapt onder de arm, het theater in, werd meegenomen, zodat het niet in de garderobe onbeheerd hoefde achter te blijven. Ook ligt er een hoed uit 1908 van de Bornse kleermaker Franz Simonetti. De lijfjes gedragen door de vrouwen van de familie Bussemaker pronken in de kamers van het huis. Zelfs een rokkostuum van de heer Izak Spanjaard, ooit bewoner van Het Witte Huis, staat opgesteld. Van de geruite jurken, met flanel gevoerd, kun je de leeftijd aflezen. Die met grote ruiten zijn oudere exemplaren.

Verstellen en upcyclen

De kleding werd vroeger eindeloos hersteld en met liefde vermaakt. Nu noemen we dat oppimpen, upcyclen. De stukken bleven in de families. Het was kostbaar. De omloopsnelheid van textiel, zoals wij die heden ten dage kennen, kwam vroeger niet voor. Kleding was schaars maar werd ook gekoesterd. Het was geen wegwerpartikel.

Nu is het wachten op het besluit van het demissionaire kabinet totdat de maatregelen versoepeld worden. Maar eens zal de deur van het museum weer opengaan. Om de sluiting van de afgelopen maanden te compenseren is de expositie `Museum Bussemakerhuis komt uit de kast` verlengd. Het is in ieder geval tot 27 juni te bezoeken. (YD)