Birthe Weijkamp, kunsthistorica, nam de geïnteresseerde luisteraar dinsdagmiddag in de Stefans-Hof mee in haar verhaal over de modegeschiedenis van 17e eeuw tot de 21ste eeuw. De Bornse Kunstkring heeft drie lezingen georganiseerd in het kader van het Textiel Festival Twente. Een inkijkje in de modegeschiedenis en een vleugje vintage is de laatste in de reeks.
Vintage, antiek, tweedehands
We kennen allemaal de term vintage. Vintage producten zijn veelal gemaakt in de periode tussen 1920 en 1980. Het moet meer dan dertig jaar oud en ondanks de leeftijd nu nog van goede kwaliteit zijn. Vooral mode is populair. “Kleding uit vroegere tijden wordt weer volop gedragen.” Weijkamp legt uit: “Antieke items zijn minstens 80 jaar oud. Tweedehands kleding is niet afkomstig uit een bepaalde periode, kan soms nu nog worden gekocht, kan versleten zijn. Tot 1900 was het gebruikelijk om in tweedehands kleding rond te lopen. De meer draagkrachtigen konden nieuwe kleding aanschaffen.”
Kostuumhistoricus draagt dagelijks vintage mode
Weijkamp draagt zelf bijna dagelijks kleding uit de jaren 1930-1950. Van japon, hoed, schoenen tot tas. Het is een spiegel des tijds. Ze heeft een passie voor vintage mode. Haar oma heeft Birthe al op jonge leeftijd kennis laten maken met de aandacht voor kleding en opsmuk. Liefde voor mode items en stoffen uit vroegere tijden getransformeerd in draagbare kleding voor dat moment is met de paplepel ingegoten. Al op jonge leeftijd liep de kostuumhistoricus in outfits met een vintage tintje. Nu, jaren later, deelt ze graag haar liefde voor oude kleding en haar kennis over mode.
Zijden kousen en sexy benen
Alhoewel ze veel weet te vertellen over de kledingstijlen en -achtergronden uit vorige eeuwen waren de bezoekers benieuwd naar de mode uit de twintigste eeuw. Soms herkenbaar, een Aha-erlebnis, soms zelf gedragen of ooit een moeder ermee zien lopen. In de periode van 1920 tot 1980 veranderde voortdurend het silhouet. De taille werd breder en smaller. De roklengte werd korter en langer. Vooral de opkomst van de vleeskleurige zijden kousen, in 1920, was revolutionair. Een nieuw sexy item. Voor velen nogal shockerend. Voor het eerst zagen mannen, in het openbaar, benen van vrouwen.
Levensrok en zondagse jurk
Weijkamp toonde kledingstukken uit haar eigen verzameling. Kleding die ze zelf ook draagt. Zo presenteerde zij de bevrijdingsrok, levensrok. Ooit bedacht door Mies Boissevain-van Lennep. Het is een vintage kledingstuk met symbolische en emotionele waarde. Na de Tweede Wereldoorlog werden allerlei stukjes textiel, soms van overleden familieleden, verwerkt in een rok.
Ook werd de luisteraar geconfronteerd met de schaarste aan textiel en stoffen tijdens en na de oorlog. Een jurk werd samengesteld uit verschillende eerder gedragen stoffen. De dracht van een zondagse jurk tot in de jaren zeventig was herkenbaar. Een schaars kledingstuk dat gekoesterd werd. De nylonjurk riep bij het publiek herinneringen op. Ooit zelf als kind in de jaren vijftig en begin jaren zestig meegelopen. De India jurk, in zwang tijdens de hippietijd, ontbrak niet.
De kunsthistorica blijft aan het verzamelen. Ze droomt nog van een Europees mantelpakje uit begin 1900. Haar huidige verzameling is in ieder geval te zien tijdens een expositie in zomer 2022 in het museum Bussemakerhuis. (YD)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.