Het laatste decennium is er weer meer belangstelling voor de realistische schilderkunst. Jos Engbersen noemt zijn kunstuiting ‘Fijnschilderkunst’. Al vijftig jaar gaat hij het gevecht met het doek aan. Om zijn gevoel bij portretten, landschappen en stillevens met de speling van de lichtval vast te leggen. De grote meesters uit de Gouden Eeuw zijn z’n voorbeeld. Nu de tijd meer ontvankelijk is voor deze kunstvorm en zijn vakmanschap exposeert hij in de Bornse Synagoge. Om meer inzicht te geven in deze hedendaagse ontwikkeling geeft Miranda Nieuwenhuis-Hoekstra, verbonden aan het Rijksmuseum Twente, een lezing.
Uren staren naar oude meesters
Engbersen zat als achttienjarige met een vriend urenlang te staren naar de oude meesters in het Rijksmuseum van Amsterdam. Ze hebben er vele jaren rondgelopen. Kijken en analyseren. “Terwijl onze vrouwen de stad in gingen, deden wij inspiratie op en bestudeerden we de werkwijze van Rembrandt van Rijn, Frans Hals en Johannes Vermeer.” De kunstschilder, jaren werkzaam als arbeidsdeskundige bij het UWV, is autodidact. De eerste jaren schilderde hij het werk van de grote meesters na. Met olieverf op kleine doeken. Langzamerhand durfde hij zelf met eigen gekozen onderwerpen penseelstreken op het doek te zetten.
Gevecht met het doek
In de loop van de jaren heeft hij uitstapjes gemaakt naar de abstracte kunst. Maar het realistisch schilderen lag hem meer. “De uit de hand gelopen hobby”, geeft hem plezier maar levert ook een gevecht met het doek op. Foto’s vormen de basis voor zijn levensechte portretten. Het strijklicht vangt hij op het gelaat. De ooguitdrukking van de Cubaan of het Peruaanse jongetje blijft de toeschouwer in zijn greep houden. Waar je ook staat het blijft je aanstaren. De fascinatie voor mensen uit verre culturen ontwikkelde Engbersen tijdens zijn verre reizen. Bij het creëren van landschappen en stillevens verbouwt hij de bron. Soms lukt het pas na vijf of zes keer om het juiste beeld te pakken. Of niet. “Een glaasje wijn achteraf is dan mijn troost of om het te vieren.” Hij heeft in de loop der jaren regelmatig geëxposeerd.
In Almelo sluit hij zich uren op ‘in zijn hok’, zoals hij dat zelf noemt. Zijn atelier. Zijn vrouw bekritiseert en adviseert hem. Als zijn werk is voltooid blijft het nog twee weken staan. “En dan gaat de lak erover. Dan laat ik het los. Het is af.”
De expositie is te zien op zondag tot en met 4 december van 14.00 tot 17.00 uur in de Bornse Synagoge. De lezing Spiegel van het Realisme vindt plaats op 18 november. (YD)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.