ADVERTORIAL - De weersomstandigheden werken deze dagen niet écht mee voor de krasse rasverteller. Zo mobiel is Berend te Riet immers niet meer. En ook Stien, zijn 88-jarige vrouw die kortgeleden haar rijbewijs nog verlengde, is volop herstellende van haar val tijdens het fietsen. En tóch zit ‘ie er vanmiddag, aan zijn vaste tafeltje pal naast de ingang van het restaurant. Voor deze gelegenheid is hij met de auto opgehaald door Yvonne Willemsen, de eigenaresse van het Bornse Pannekoekhuis.
Trots
“Op dit soort mensen ben ik trots”, zegt Yvonne. “Het zijn de pareltjes uit vroegere jaren, helaas hebben we ze steeds minder. Altijd een vriendelijk woordje en nooit verlegen om een mooi verhaal. Het gebeurt niet zelden dat onze klanten ademloos naar hem luisteren.” Meneer Te Riet, want zo wordt hij ook na 17 jaar bezoek aan het Pannekoekhuis nog steeds genoemd, schudt ietwat meewarig zijn hoofd. “Ach”, zegt ‘ie, “op 17 juli word ik 90, ik weet een heleboel, maar ik loop er niet mee te koop.”
“Hier, op deze plek, kwam ik vroeger vaak. Toen was het nog café Liedenbaum. Je was er na het zwemmen, of ’s winters na het schaatsen.” Zijn ogen beginnen te stralen. “Schaatsen deden we nog gewoon op straat. Op houtjes. Onder een van die dingen zat zelfs helemaal geen ijzer. En daarna ging je hier naartoe. En ook veel meisjes hoor”, klinkt het ietwat ondeugend. Hij wijst naar de plek midden in het restaurant. “Doar zaten wie”.
Twee brommertjes
Meneer Te Riet heeft zijn leven lang in Borne gewoond. Eerst aan de Azelosestraat, daarna in de Schaepmanstraat, toen ‘op de es’ bij de Von Bönninghausenstraat en nu al jaren en nog steeds samen met zijn Stien zelfstandig in de Piet Heinstraat. “Borne is wel veranderd, minder gemoedelijk. Vroeger kende je iedereen, da’s nu veel minder. Ja, dat vind ik weleens jammer. Datzelfde had je ook op je werk.” Vol trots verhaalt Berend dat hij ruim 45 jaar bij Hazemeijer in Hengelo heeft gewerkt. “Daar waren we één grote familie en ja, ik had altied wa de lippe lös. Maar dat kon daar. Een prachtig bedrijf, ze waren goed voor de mensen. Ik kreeg er ooit een mooi winstaandeel, waar ik toen twee brommertjes voor kocht. Voor Stien en mij.”
De oorlog is een rimpeling voor de oude baas. Hij vertelt over zijn periode in Indië en zijn verblijf in Kilder, een dorpje vlakbij Montferland. Als hij verhaalt over het moment dat Theo Kemperman hem op de valreep voor rondvliegende granaatscherven behoedt en hem daarmee redt van de wisse dood, biggelen de tranen hem over de wangen. “Ja, kan er niks aan doen, daar moet ik nog steeds om huilen. Ik ben niet katholiek maar had toen wél een engeltje op mijn schouder. En als er één is die een lintje verdient, dan is het Theo wel!” Een statement, dat zijn toehoorders na deze emotionele woorden volmondig onderschrijven.
Een schone vrouw
Yvonne Willemsen schuift even aan. “Maar daarna hebt u nog heel wat mooie jaartjes gehad in Borne”, probeert ze het gesprek weer een positieve wending te geven. “O ja, absoluut. Vanaf mijn zevende loop ik al bij BVV Borne. Al kom ik er de laatste jaren niet meer. Ik hou niet zo van bedelen en wil dus geen mensen tot last zijn die me halen en brengen. Maar dat was mooi ja. Én ik ben al 60 jaar getrouwd met Stien. We zijn nog steeds gek met mekaar. Man… een schone vrouw hoor”, klinkt het trots.
Straks in het voorjaar hoopt Berend weer de nodige kilometers te kunnen maken. “In de automaat, samen met mijn sturende vrouw. Maar hier kom ik ook graag. Een goede bediening, altijd beleefd en je voelt je steeds welkom. De boerenpannenkoek is standaard, al 17 jaar. Heerlijk man”. Yvonne glimlacht tevreden. “En wij zijn blij dat u er bent. U heeft ons iets te vertellen en dat is mooi.” (BM)
’t Pannekoekhuis Borne
Bornerbroeksestaat 89 • Borne • www.pannenkoekhuis.nl
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.