Dit jaar is er al op meerdere manieren stilgestaan bij het 35-jarig partnerschap tussen Borne en Rheine. (Extra) feestelijke bijeenkomsten, of het nu tijdens Borne op z’n Best was of bij de Schuttersfeesten… steeds weer ging het over de 35 jaar. Vrijdagavond werd het allemaal nog eens dunnetjes overgedaan tijdens de officiële jubileumviering in het Kulturhus, waarbij uiteraard een grote Duitse delegatie, onder aanvoering van Herr Bürgermeister Peter Lüttmann, aanwezig was.
Het Borne Rheine Comité had ervoor gekozen de avond vooral leerzaam te laten zijn. Natuurlijk was er na afloop het bekende en feestelijke hapje en drankje, maar het zou toch vooral over de inhoud en betekenis van een partnerschap moeten gaan. In zijn openingswoord refereerde burgemeester Rob Welten hier ook nadrukkelijk aan. “We kennen een mooi verleden, delen prachtige herinneringen, maar het is ook goed om na te denken over de toekomst van onze relatie. Niet zozeer omdat het wankel zou zijn,” zo zei hij lachend, “maar we moeten wel de verantwoordelijkheid naar de toekomst nemen.”
Europese samenwerking
Vervolgens was het de beurt aan Bernd Weber en Gertjan Rozendom die in een soms humoristische, maar ook informatieve co-presentatie terugblikten op 35 jaar partnerschap, waarvoor al in 1974 de basis werd gelegd door onder meer Jaap Grootenboer.
Met veel fotomateriaal maakten ze de ontwikkeling van het partnerschap nog eens zichtbaar. Vanaf de ondertekening op 24 augustus 1983 en de vele daaropvolgende uitwisselingen, tot en met het draaipunt in de negentiger jaren naar een meer Europese samenwerking, met steden als Bernburg (Duitsland) en Trakai (Litouwen). En de laatste jaren zelfs door middel van het gezamenlijk herdenken van de oorlogsslachtoffers. “Indrukwekkend,” aldus Bernd Weber.
Van elkaar leren
Hans Peter Benschop, directeur Trendbureau Overijssel, ging vervolgens in op de toekomst van stedenband. De kern van zijn betoog was dat het goed zou zijn dat partnersteden kritisch naar zichzelf zouden moeten zijn en zich niet alleen zouden moeten afvragen of het allemaal wel wat oplevert. “Als het alleen voor opbrengst is, dan heb je er niet zoveel aan”, zo zei hij. “Het gaat vooral om communicatie, het met elkaar in gesprek zijn en van elkaar leren.’
Gert-Jan Hospers, hoogleraar Transitie Stad en Regio aan de Universiteit Twente, wist dat er veel verschillende soorten aanleidingen voor verbindingen tussen steden zijn. Zo blijkt er zelfs een partnerschap te bestaan tussen een plaats in Frankrijk met de kortste naam en een stad in Wales met de langste naam. Niet zo zinvol, vond hij. “Partnersteden die elkaar alleen vinden op basis van klank, traditie of religie hebben elkaar niet zoveel te bieden. Het gaat vooral om ‘Begeisterung von Menschen’. Hij zag voor de toekomst mogelijkheden om het partnerschap meer in te vullen op het gebied van wonen en zorg, handel en industrie, energie en duurzaamheid. Uitdagingen voor gemeenten waarin een stedenband van nut kon zijn, voornamelijk om van elkaar te leren en ‘tunnelvisie’ te voorkomen. (AJ/BM)
© BorneBoeit. Op onze artikelen en beeldmateriaal rust copyright.
Voor meer informatie raadpleeg de spelregels.