VVD stapt uit formatieproces

De VVD heeft formateur Joop Wikkerink laten weten een ‘onvoldoende klik’ te voelen met GB90 en GrLi/PvdA om verder te praten over coalitievorming. Er zou volgens de liberalen geen ‘chemie’ zijn en ‘te weinig enthousiasme’ geproefd zijn om een coalitie tussen de drie partijen tot een duurzaam succes te maken. Wikkerink wil nu de gesprekken voortzetten met het CDA, dat in eerste instantie buiten de boot viel vanwege vermeende ‘instabiliteit’, maar nu een serieuze partner zou kunnen zijn omdat er ‘inmiddels positieve geluiden zijn over het nieuwe elan van de partij en er vertrouwen is in de huidige samenstelling van het CDA’.
 

‘Verschillende bestuursstijlen’

Eerder al was er sprake van ergernissen tussen met name de VVD en GB90, zoals duidelijk werd in de raadsvergadering van 24 mei. Sindsdien zijn er informele en formele gesprekken geweest om de kou uit de lucht te halen, maar de VVD concludeert dat haar ‘directe, open en slagvaardige bestuursstijl niet past bij de bestuursstijl van de andere twee fracties’. De formateur denkt dat inhoudelijk de verschillen te overbruggen waren geweest, of dat daar anders goede afspraken over gemaakt hadden kunnen worden. “Wel heb ik geadviseerd dat het goed zou zijn om een persoonlijk gesprek te arrangeren tussen de voorzitter van de GB90-fractie en die van de VVD. Idee daarvan was te onderzoeken welk ‘comfort’ elkaar geboden kon worden als het gaat om het verdere proces van samenwerking”, schrijft Wikkerink in zijn tussenverslag. Dat gesprek heeft kennelijk niet geleid tot een, voor de VVD, bevredigende oplossing.
 

Steeds meer twijfels bij VVD

Leo Graafhuis (VVD): “Jammer dat het zo gelopen is. We hadden vanaf het begin twijfels bij het proces, maar zijn er constructief en sportief aan begonnen. Maar gaandeweg kwamen er steeds meer twijfels.” De raadsvergadering van 24 mei, waarin de VVD aangaf ontstemd te zijn over een gespreksverslag van GB90 met de (toen nog) informateur is volgens Graafhuis een voorbeeld van de verschillende bestuursstijlen. “Als je daar in het openbaar wat van zegt, dan heb je gelijk stennis. En zo waren er meer dingen. Je gaat wel voor vier jaar een coalitie aan en hebt verantwoordelijkheid naar de samenleving, maar ook naar de eigen wethouder, die zich voor vier jaar moet binden. We vroegen ons af of we dit wel moesten doen en het antwoord was ‘nee’.”
 

GB90 vermoedt andere redenen 

Karin Scholten (GB90) betreurt de gang van zaken. “Het voelt wel een beetje alsof je samen op pad gaat en een van de partners besluit na 30 meter al terug te gaan. We zagen bij de VVD meer reserves dan bij GrLi/PvdA. Helemaal als een verrassing kwam het besluit niet, maar het moment waarop bevreemdde ons wel. Eigenlijk zijn er nog geen formele gesprekken geweest.” Op de vraag of het kantelpunt kwam door de gebeurtenissen op 24 mei zegt Scholten: “Ik denk dat het met andere dingen te maken heeft. We hielden er al rekening mee dat een van de partners geen wethouder had.”
 

Vervolg met CDA

En dus is het CDA van de reservebank geplukt. GB90 en GrLi/PvdA zouden de formateur hebben aangegeven teleurgesteld te zijn in het afhaken van de VVD, maar samen te willen zoeken naar een nieuwe partner om te komen tot een coalitie die kan steunen op een raadsmeerderheid en ‘wil werken aan bestuurlijke vernieuwing en herstel van het vertrouwen’. Scholten: “We hebben de eerste stappen in het vervolgproces gezet en hebben nog steeds goede hoop dat er voor de vakantie een nieuwe wethoudersploeg zit, maar we laten zorgvuldigheid boven snelheid gaan.” (AJ)